Ga naar de inhoud

Akoestiek moet een keuze zijn

De stelling ‘Akoestiek moet een keuze zijn’ promoot ik dagelijks in het Naadloos Akoestisch Bouwlab. Waar deze stelling vandaan komt? Uit pure frustratie. Als ik een euro zou ontvangen voor elke keer dat de zin “had ik dit maar geweten tijdens het bouwtraject” uitgesproken is, dan zou ik nu waarschijnlijk op mijn badhanddoek aan de Spaanse kust hebben gelegen, uitkijkende op mijn tweede huis in Spanje waar ik een groot gedeelte van het jaar zou verblijven. Maar helaas. De euro krijg ik niet maar de zin hoor ik er niet minder vaak door. Te vaak wordt een eindgebruiker geconfronteerd met akoestiekproblematiek zodra hij of zij het gebouw of de woning in gebruik heeft genomen. Echt doodzonde. Hoe dit komt?

Onderschatting

Onderschatting is één van de grootste factoren. Dat een lege, niet-ingerichte ruimte galmt dat verbaast natuurlijk niemand en op zich is dat ook helemaal niet zo erg. De ruimte wordt immers nog niet gebruikt. Waar het misgaat is wanneer men verwacht dat de galm wel verdwijnt, zodra men de inrichting heeft geplaatst. In sommige gevallen is dat ook zo, maar in de meeste gevallen zien we dat akoestiekproblemen blijven en ruimtes niet geschikt zijn voor het oorspronkelijke doel. Een andere vorm van onderschatting is vaak dat men denkt dat de hinder van de galm maar beperkt is en wel meevalt. Vaak is dit als je alleen of met z’n tweeën in de ruimte bent ook wel zo, maar zodra er bezoek komt, er rondspelende kinderen zijn, iemand tv wil kijken, terwijl de ander druk aan het bellen is, dan wordt het wel als hinderlijk ervaren.

Geen voorlichting

En hier wringt de schoen het meest. Kunnen we van een eindgebruiker zelf verwachten dat hij of zij zelfstandig een akoestisch probleem kan voorspellen en vraagt om akoestiek? Ik vind dat de eerste stap in de keten van verantwoordelijkheid ligt bij de architect. Regelmatig train ik hier in ons centrum architecten op het gebied van akoestiek. Laatst legde ik een groep architecten de volgende casus voor: Wat is uw doel als architect? De antwoorden verschillen in bewoording iets, maar in basis komt het neer op dat de architect een mooie, comfortabele omgeving wil ontwerpen voor zijn of haar opdrachtgever. Mijn tweede vraag: Wat is dan comfortabel? Bijna iedereen antwoorde met: Dat is erg persoonlijk maar dat je je fijn en prettig voelt als je in de ruimte bent. Dat is nu precies wat ik bedoel. Houdt comfort dan op bij onze ogen? Of dienen al onze zintuigen bediend te worden. Mijn conclusie: als akoestiek niet wordt besproken met de klant, dan onderbelicht u als architect een aspect van uw doel en wordt één van onze belangrijkste zintuigen overgeslagen. Ik benadruk wel dat de architect geen akoestisch adviseur hoeft te zijn, maar wel een ambassadeur.

Onjuiste voorlichting

Ook onjuiste voorlichting is een fenomeen dat nogal eens voorbij komt en dat vind ik misschien (hoe goed bedoelt ook) nog schrijnender. Ik en veel akoestisch adviseurs met mij kennen de vele dossiers waar met noppenschuim onder de tafel en akoestisch materiaal achter kasten men getracht heeft de problematiek op te lossen. Na de investering is er geen of nauwelijks resultaat. Recent ben ik onbedoeld in een discussie beland met een medewerker van een meubelzaak. Deze beste man had getracht een akoestisch advies te geven aan een jong echtpaar dat net een nieuwe woning had betrokken, maar waar de galm in de serre zeer hinderlijk was. Het advies van de verkoper: plaats een of twee planten in de ruimte en de akoestiekproblemen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Toen ik in beleefde bewoordingen aan het echtpaar mededeelde dat ik toch mijn twijfels had bij zijn expertise op dit gebied, is deze boodschap kennelijk overgebracht en ben ik boos opgebeld door de beste man. Ik denk dat iedere schoenmaker hierin bij zijn leest moet blijven.

Waarom ik maar blijf hameren op akoestiek meenemen in het voortraject.

Om de doodeenvoudige reden dat ik elke situatie waarbij men zonder keuze, achteraf met akoestiek problemen in aanraking komt totaal onnodig vind. Er zijn immers tal van oplossingen die deze problemen kunnen voorkomen. Dat betekent niet dat we bij iedereen akoestiek als onderwerp moeten opdringen, maar ik vind wel dat men de mogelijkheid moet krijgen om een keuze te maken. Ik hoop dat we er naartoe gaan dat men straks kiest uit stuuk of spuitwerk, uit laminaat of tegelvoer en uit wel of geen akoestische voorzieningen. Kortom akoestiek zou een keuze moeten zijn.

Joost Vermeulen

Akoestisch Adviseur bij het Naadloos Akoestisch Bouwlab

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *